Omslagdoek

 

De term "julu" betekent zowel "stroomopwaarts", als "een soort riviervis" (Joustra 1907:125). Het verband met deze textielsoort is niet duidelijk. Volgens Bakels et al (1989): "De lichtblauwe...

Objectnummer
TM-A-3955b
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1920
Herkomst
Karo (regentschap)

De term "julu" betekent zowel "stroomopwaarts", als "een soort riviervis" (Joustra 1907:125). Het verband met deze textielsoort is niet duidelijk. Volgens Bakels et al (1989): "De lichtblauwe scheringstreep stelt de slagtanden van de olifant voor. Dit vervaarlijke dier speelt een beschermende rol in Karo mythen." De "julu" is een Karo doek die zeer dicht is geweven (de kettingdraden hebben een hoge densiteit), en "dik" aanvoelt. De dikte is belangrijk want de Karo maken een onderscheid tussen dikke doeken (uwis julu) en dunne doeken (uwis nipes). De "julu" is een sobere, blauwe doek; zowel zijbanen als middenbaan zijn van blauwe draad geweven. De zijbanen zijn echter effen donkerblauw, terwijl de middenbaan lichter van kleur isomdat het donker- en lichtblauwe kettingdraden omvat (zie beschrijving van de volgorde van de kettingdraden in Omschrijving Vervaardiging). Normaal heeft deze textielsoort een inslagrand van enkele rijen (3, 5 of 8) afwisselend blauw en rood. Een enkele streep geeft de grens tussen zijbaan en middenbaan aan. De streep valt op omdat het effen wit van kleur is en sterk contrasteert met de rest van de doek. Dit is typerend voor Karo doeken (zie Niessen 1993:88, fig. 69). In 2003 wordt de "julu" vaak met rijen suppletoire gouddraad versierd. Zij heten "julu berjongkit", oftewel, "julu met suppletoire inslagpatronen". De julu wordt gebruikt als heupbedekking door zowel mannen ("gonje") als vrouwen ("abit") (Niessen 1993:88, fig. 69). Het dient ook als omslagdoek ("cabin"). "De "julu" wordt door de bruidgevers om een moeder en haar pasgeboren kind gewikkeld om hen te beschermen. Tijdens het begrafenisritueel van een man wordt de "julu" aan de bruidgevers teruggegeven" (Bakels et al, 1989). Vervaardiging De volgorde van de kettingdraden in de middenbaan van deze doek is als volgt: drie lichtblauw, drie donkerblauw, een lichtblauw, drie donkerblauw. De volgorde wordt konsequent herhaald.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie