De witte isabee (daagse muts) wordt over de daagse ondermuts gedragen. Bol en pas behoren, uit de rouw, vervaardigd te worden van dun wit, met de hand geborduurd neteldoek. Vanaf de oorlogsjaren...
De witte isabee (daagse muts) wordt over de daagse ondermuts gedragen. Bol en pas behoren, uit de rouw, vervaardigd te worden van dun wit, met de hand geborduurd neteldoek. Vanaf de oorlogsjaren is dit niet meer voorhanden en vanaf die tijd zie je steeds vaker de pas en bol van open vitragestof. In de rouw is de kornetmuts geheel van gaas en bevat geen kant. Als enige versiering heeft de pas 8 tot 14 besseltjes.; Toen de muts voor het eerst gedragen werd (ongeveer 1890) was de bocht zeker niet meer dan 8 cm. breed. Zo'n 50 jaar later is deze uitgegroeid tot een enorme omvang van 1.50 m. lang en 15 cm. breed. I.p.v. vertikaal op te staan, lag de voorstrook vroeger horizontaal over het hoofd. Doordat de strook geleidelijk aan langer is geworden, is deze omhoog gaan staan. Rond 1945 is de muts op zijn grootst. Bij vochtig weer klapte de strook dadelijk om, waardoor de allervooruitstrevenste vrouwe Bol en pas van wit dun neteldoek met ruit- patroon door er horizontaal en vertikaal draadjes uit te trekken, langs de pas een gazen bocht met daaraan een kanten rand, gaas en kant zijn zwaar gesteven om de bocht rechtop te kunnen houden, aan de binnenzijde van de pas een keperbandje ter versteviging, daagse muts, voor uit de rouw, twee bandjes om de muts onder te kin te strikken. Isabee is oud type vanwege de geringe omvang, later werden ze veel groter. Rond 1920 voor uit de rouw Machinaal kant
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie