Kokerrok door The Ang Goan met schuine banen en bloemboeketten op achtergrond van een van de verboden motieven

Indo-Chinese kokerrok, een zogenoemde tiga negeri, waarmee wordt aangeduid dat de doek op drie verschillende plaatsen is gemaakt. De kepala ('hoofd') is in dlorong, met verschillend gekleurde, golvende diagonale banen die gevuld zijn met bloemmotieven, drie op een achtergrond van grinsing. Grinsing is een Oud-Javaans motief met afwerende en beschermende eigenschappen (Heringa, 1996). De badan ('lichaam') heeft een achtergrond van kawung, een van de door de sultans van Midden-Java in de 18e eeuw verboden motieven voor het gewone volk (McCabe Elliot, 1984). Daar op staan drie boeketten chrysanten afgebeeld, met er boven vogels en vlinders. Boeketten zijn van oorsprong Europese motieven, maar werden door de Indo-Chinezen al gauw gebruikt als statussymbool, waarbij de soort afgebeelde bloemen en gebruikte kleuren een symbolische betekenis hebben, evenals de er bij afgebeelde dieren (Heringa, 1996). Deze Chinese doek was bestemd voor kopers van Europese en Chinese afkomst, alsook voor de export.