Kleed

Materiaal: wol: bruin, beige, groen, rood, geel-bruin, witte katoenen kettingdraden. Techniek: geweven, platbinding. Het patroon in het kleedje, een aap, komt van een voorstelling die op pre-Spaanse stempels vaak voorkomt. Er bestaan honderden van de stempels, met voorstellingen van slangen, jaguars, vogels, apen enzovoorts. Waarschijnlijk werden deze gebruikt om papier mee te stempelen, welke dan werd verbrand als offer aan de goden. Dat gebeurde dan in de meer perifere gebieden waar het contact met de goden in andere vormen (sculpturen, tempels, pyramides, enz.), in veel mindere mate aanwezig was. Dit type aap is typisch Azteeks: de alletwee zichtbare, wijdgespreide armen en benen, de krul in buik en staart, en de kroon of kam. Dergelijke stempelmotieven worden veel gebruikt in de volkskunst rond Tlacolula. Twee foto's uit het Musée de l'Homme, als voorbeelden van dergelijke stempels. De beschrijving achterop luidde: "Mexique. sceaux ('pintaderas') en terre cuite pour les peinture facuakes. M.H. 87.155.22". Het betreft hier een andere interpretatie dan die van Field: de stempels zouden gebruikt worden voor lichaamsversiering. Field vindt dit on- waarschijnlijk; hij heeft er noch archeologisch, noch etnologisch bewijs voor gevonden dat deze gewoonte heeft bestaan.