Een kledingspeld van goud, opgebouwd uit twee gedecoreerde lagen (toendjoeng badjee doewoe lapeh). De naam toendjung (tunjung) geeft aan dat de speld de vorm heeft van een waterlelie. De punten en...
Een kledingspeld van goud, opgebouwd uit twee gedecoreerde lagen (toendjoeng badjee doewoe lapeh). De naam toendjung (tunjung) geeft aan dat de speld de vorm heeft van een waterlelie. De punten en krullen aan randen van deze tamelijk vierkante speld, verbeelden de bladen van de waterlelie. Deze gesp bestaat uit twee helften, die voor het aankleden, ieder op een zijde van een bovenkledingstuk worden gespeld. Na het aantrekken van het kledingstuk, kan dit worden gesloten door de speldhelften in elkaar te schuiven en te sluiten met behulp van de spie. Boven aan de spie is een bloemornament gesmeed, met de naam "boenggong tjampli" (Spaanse peperbloemen). Op één helft van de speld is op een verhoginkje een vierpuntige stervorm aangebracht, maar zo dat dit hart van de bloem, midden op de speld te zien is, wanneer deze is gesloten. De helften, en het opbouwtje met de ster, zijn symetrisch gedecoreerd met figuurtjes opgebouwd uit vastgesoldeerde, opstaande platte reepjes edelmetaal, in een techniek die "ato" heet. In dit ato-draadwerk zijn motieven gevormd van bladranken met plant en bloemmotieven, met blaadjes met ronde en spitse vormen. De rond gevormde blaadjes heten "on lipat" de spits uitlopende blaadjes heten "on sirong". Th. J. Veltman, de verzamelaar van een grote collectie sieraden uit Aceh, was Kapitein in het KNIL tijdens de Aceh-oorlog, en later ook bestuursambtenaar in Aceh. Hij was zeer geïnteresseerd in de cultuur, beheerste de taal en publiceerde hierover. Vooral de edelsmeedkunst had zijn belangstelling. Volgens hem werd in Aceh Profeet Abraham beschouwd als de schutspatroon van de goud- en zilversmeden. Hij schreef ook dat de goudsmeden van Aceh hinder ondervonden van het islamitische verbod op het afbeelden van levende wezens. Echter, de sieraden van Aceh zijn rijk gedecoreerd met bloemen en bladerranken, die islamitische ideeen over het Paradijs reflecteren. Verschillende technieken, zoals filigrain en granulatie, werden vermoedelijk in Aceh geïntroduceerd door edelsmeden uit het Ottomaanse rijk. Vanuit Aceh verspreidden deze technieken zich over Noord- en West-Sumatra.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie