Indo-Chinese kokerrok, waarvan de badan ('lichaam') het sido mukti motief bevat. Sido mukti is volgens Jasper de indeling van het veld in ruitvormige vakken door slingers die ovale en ronde...
Indo-Chinese kokerrok, waarvan de badan ('lichaam') het sido mukti motief bevat. Sido mukti is volgens Jasper de indeling van het veld in ruitvormige vakken door slingers die ovale en ronde rozetten met elkaar verbinden. De vakken zijn dan gevuld met allerlei motieven, in dit geval met lar, parang, weefimitatie etc. De enkele vleugel, lar, is een oud koninklijk symbool dat verwijst naar de mythische garuda, het rijdier van de Hindoe god Vishnu (McCabe Elliot, 1984; van Roojen, 1998). parang behoort tot de zogenoemde verboden motieven van Midden-Java, die door de sultans in de 18e eeuw verboden werden voor het gewone volk om te dragen (McCabe Elliot, 1984). De kepala ('hoofd') is in diagonale banen (dlorong) verdeeld, elk gevuld met florale motieven. De doek is een tiga negeri, waarmee wordt aangeduid dat er op drie verschillende plaatsen aan gewerkt is. De doek is gemaakt in een Indo-Chinese werkplaats, en was bestemd voor alle culturele groepen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie