Katoenen borstdoek voor vrouw met langgerekte ruitvorm met diagonale stroken gevuld met verschillende bekende geometrische motieven

Langwerpige doek met uitgerekte modang (ruitvorm) in het midden met aan de randen cemukiran (McCabe Elliot, 1984). Het overige deel van de doek is gebatikt met diagonale banen (garis miring) met parang- en kawung-motieven. Beide behoren tot de zogenoemde verboden motieven, die in de 18e eeuw door de sultans van Midden-Java als koninklijk symbool werden uitgeroepen, derhalve verboden voor het gewone volk (idem). Over deze garis miring zijn nog grote ranken met bloemen afgebeeld. De doek was bestemd voor de lokale markt.