Jas voor een man

De duffelse jas werd aanvankelijk, eind 19de eeuw, vooral door visventers gedragen; vissers droegen een baadje. Maar na 1900 werd deze jas ook wel door vissers en boeren gedragen. Zwarte korte lakense jas met revers en fluwelen kraag, geheel gevoerd met geblokte kobaltblauw-zwart wollen stof, mouwen gevoerd met bruin-wit gestreepte katoen, twee rijen van vier knopen, aan de mouwen elk twee knopen, twee zakken zonder klep en een borstzak, met zwarte katoen gevoerd, een binnenzak, twee knoopsgaten in de revers. Algemeen ingeburgerde jas geweest voor de winter voor de boerenbevolking. Is in combinatie met een klepbroek gedragen. Voering duidt op 1880 tot de jaren 40 wel gedragen. Staat in Staphorst bekend als "bonker" en is tot 1990 wel gedragen.