Japon, bestaande uit overkleed en rok van lichtgroene tafzijde, vermaakt uit robe à l'anglaise

Japon, bestaande uit overkleed en rok van lichtgroene tafzijde. Vermaakt uit een robe à l'anglaise (1780-1790), aangepast aan de veranderende modes (circa 1795-1800). Daarna licht aangepast voor verkleeddoeleinden. Japon was oorspronkelijk een robe à l'anglaise met een lange, ingevouwen rug en diepe punt. Op de rug van het overkleed is duidelijk te zien dat deze langer is geweest en is afgeknipt. De rug lijkt ook wijder te zijn gemaakt. De plooien zijn opnieuw vastgezet zodat deze mooier blijven zitten. Opvallend is dat het overkleed een rechte achterkant heeft. In de japonrok zijn drie stellen bandjes aanwezig om de japon op te nemen à la polonaise. Gedeelte van deze banden is vervangen. Deze banden zouden bij de oorspronkelijke robe à l'anglaise (1780-1790) kunnen horen, hoewel dit opvallend is, gezien er meestal slechts twee stellen banden in een polonaisejapon aanwezig zijn. Polonaises vallen meestal meer naar de zijkanten, terwijl een systeem van drie stellen banden zou zorgen dat de draperie meer naar het midden valt. Het is daarom waarschijnlijker dat deze banden voor verkleeddoeleinden zijn aangezet in de jaren 1870 - in queuejaponnen zijn namelijk wél vaak drie stellen banden aanwezig. De queuemode zou in dat geval ook kunnen verklaren waarom men de draperie naar achteren wilde laten vallen. Rok is voor het model van circa 1795-1800 opnieuw aangezet. Tussen de plooien zijn oude plooisporen/vouwen zichtbaar.. Stuk bovenaan de rok is circa 1795-1800 aangezet, zodat men het middenrif bedekt kan houden wanneer de tailles stijgen.

Japon, vermaakt uit een robe à l'anglaise, van lichtgroene taftzijde, bestaande uit een overkleed en een rok. Overkleed, waarvan het lijfje aan de voorzijde een ovale, brede ronde hals heeft, en aan de achterzijde een vrij lage ronde halsopening. Het lijf heeft 2 voorpanden, welke in het midden 6 haken en ogen sluiten. Het lijfje is aangepast in de schouder, waar 2 driehoekjes zijn ingezet. De achterzijde van het lijf wordt gevormd door 4 smalle pandjes in het midden, en 2 grotere aan de zijkant. Aan de achterzijde heeft het linker schouderpand een extra inzet. Het lijf is vermoedelijk ingekort. De mouwen bestaan uit 2 delen, volgen de vorm van de arm en lopen tot net over de elleboog. De naden lopen langs de achter- en voorkant van de arm. Het rokgedeelte van het overkleed heeft middenachter een vierkante inzet, en is met vele, kleine, regelmatige plooitjes aan het lijf gezet. De zoom is aan de binnenkant afgezet met een groen linnen band. Aan de voering zijn 6 linnen bandjes gezet, waarmee het rokgedeelte à la polonaise kan worden opgenomen. De rok is op de buik glad, en verder met platte plooien aan de linnen tailleband gezet. De tailleband heeft middenvoor een brede band. de rok wordt aan beide zijde met haken en ogen gesloten. De rok is gevoerd met blauw geruit linnen. Het lijfjeen de mouwen zijn gevoerd met wit linnen, terwijl de voering van het rokgedeelte bestaat uit ongebleekt linnen, met 2 ingezette stukken wit linnen. In de rug zitten 6 verticale baleinen. De hele japon vertoond sporen van oude naaisels.