Het tuniekachtige kledingstuk (5069-58a), de wollen wikkelrok (-58b) en de van palmbiezen gevlochten ceintuur (-58c) vormt de Mixteekse vrouwenkledij. De wit katoenen, vermoedelijk handgesponnen...
Het tuniekachtige kledingstuk (5069-58a), de wollen wikkelrok (-58b) en de van palmbiezen gevlochten ceintuur (-58c) vormt de Mixteekse vrouwenkledij. De wit katoenen, vermoedelijk handgesponnen en in de fabriek geweven huipil bestaat uit drie delen, welke in zeer ongebruikelijke verhoudingen aan elkaar genaaid zijn. De breedste baan is uit één stuk, waar de halsopening (29 cm.) vertikaal is ingeknipt. Met de hand is hier een smalle baan (1.75 x 37.5 cm.) aangezet, welke uit twee delen bestaat, die op de schoudernaad aan elkaar bevestigd zijn. Op de breedste baan (1.75 x 76 cm.) aan beide uiteinden bevindt zich een dunne blauwe ingeweven streep evenals aan de rand van het smalle gedeelte. De hals is afgewerkt met een in de winkel gekochte band van rode glanskatoen, welke er met behulp van de zig-zagsteek in groene katoen is aangezet. Om deze band zijn bloemen en bladeren in bonte kleuren geborduurd. De zijkanten van de huipil zijn opengelaten. De zware wollen enagua, vermoedelijk handgesponnen en handgeweven op heupweefgetouw, bestaat uit twee lange, smalle banen, ( 2.56 x 52 cm.), die in de lengte aan elkaar bevestigd zijn. Bruine en lichte naturel wol zijn gebruikt als inslag- en scheringdraden. De twee cm. brede randen van beide banen bestaan uit bruine inslag- en scheringdraden. De wikkelrok wordt over de huipil gedragen. Om de enagua tegen het afzakken te behoeden gebruikt men de soyate, de diagonaal geweven tube van palmblad, welke buitengewoon func- tioneel, flexibel en ruw is. Gift van Maarten Jansen en Aurora Pérez de Jansen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie