Handschoen

Een paar handschoenen (A+B) hand van dun, dof wit leer, waarvan onderhand versierd is met groepjes van 2 spleetjes en meerdere kleine gaatjes. Inzet duim afgezet met pasementerie en kloskant(?) van gouddraad. Kop van donkerpaarsblauw satijn, gevoerd met roze satijn. Boven en onderzijde van de kap tot 3 punten ingesneden. Bovenzijde geborduurd met in het midden een vlammend en doorboord hart met aan weerszijden een rood/witte anjelier; onderzijde idem mat aan weerszijden een gele, hangende kelkbloem (lelie)?. Voorts aan beide zijden een symmetrisch opgebouwd borduursel in veelkleurig zijde, parels, gouddraad en goudkleur. Lovers met bloem en takmotieven.