Groningse vrouwensieraden en schaatsers

 

In Groningen werd omstreeks 1850 door de boerenstand de algemene modekleding gevolgd met uitzondering van de hoofdbedekking. Op deze litho zijn daarvan een aantal details geschetst. Rechtsboven is...

Maker
Bing, Valentijn
Objectnummer
B 00008-046
Instelling
Nederlands Openluchtmuseum
Periode
1857

In Groningen werd omstreeks 1850 door de boerenstand de algemene modekleding gevolgd met uitzondering van de hoofdbedekking. Op deze litho zijn daarvan een aantal details geschetst. Rechtsboven is te zien hoe net als in Friesland een witte gebreide ondermuts wordt gedragen met daarover een zwarte ondermuts van merinos (een geweven wollen stof). Daarop wordt het oorijzer geplaatst dat rond 1850 al een grote omvang heeft gekregen. Bovenop worden de twee 'helften' door een kettinkje bij elkaar gehouden. Zo klemt het oorijzer als het ware om het hoofd en hoeft het niet verder vastgezet te worden. De stand van de uiteinden of knoppen is wat anders dan in Friesland. Over het oorijzer gaat de kanten muts. Detailtekeningen geven een beeld van de knoppen en de voorhoofdsnaald die bij gelegenheden middenvoor onder de muts wordt gestoken. In de bij de litho horende tekst wordt als bijzonderheid nog de kleding genoemd van mannelijke schaatsenrijders: een nauw sluitend 'lakens buisje' en een zwart fluwelen korte broek met lange zwarte afhangende linten aan de kuiten. Plaat XLVI van: Nederlandsche kleederdragten, naar de natuur geteekend = costumes des Pays-Bas, dessinés d'après nature / door Valentijn Bing en [Jan] Braet von Ueberfeldt. - Amsterdam : [s.n.], 1857.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie