Gesp van een vergulde koperen buikband of gordel

Ceintuur met bijbehorende gesp. De vorm van de gesp is afgeleid van het Indonesische model. De versiertechniek is vermoedelijk Chinees. De figuurtjes werden eerst uitgezaagd en vervolgens op de gesp en ceintuur gesoldeerd. Sommige delen van de ceintuur zijn rood gekleurd. Deze rode kleur is afkomstig van een kleurstof, gincu geheten. Dergelijke ceinturen werden door Peranakan vrouwen gedragen om de sarong op zijn plaats te houden. Vervaardiging De versieringsmethode van dit voorwerp is Chinees en wordt voornamelijk bedreven in Tangerang, ten westen van Jakarta. De opgelast figuurtjes worden uit metaal geknipt of gestempeld en bijgevijld. Deze methode wordt poohwa (vermoedelijk Chinees) of tatrapan (Javaans) genoemd. Het roodkleuren met de Chinese verfstof gincu (gintjoe) vervangt het roodbeitsen van gouden sieraden. Vooral in West-Java, in Jakarta in het bijzonder, wordt dit veel gedaan met buikbanden en gespen waarvan het edelmetaal een zeer gering goudgehalte heeft (Jasper, 1927:94).