Doopkleed

Machinale tule met doorstopwerk in kettingsteek. De lap is in de breedte doorgeknipt en de helften zijn aan elkaar gezet, zodat zich in het midden over de lengte een dubbele baan doorstopwerk bevindt. Tegengevoerd met ongezoomde, fijne witte katoen, met de hand aangenaaid. De bovenkant onafgewerkt. In het midden aan de bovenkant 2 lusjes op 26 cm afstand van elkaar.

Langs de geschulpte zijkanten herhaalt zich eenzelfde patroon: rankornament langs de rand, contour van kettingsteek en dichtere tule als vulling, waaruit aan een tak 4 ronde bloemen bochten. Een tak met blaadjes en spiralen krult zich aan het uiteinde in tegenovergestelde richting. De onderste 30 cm. tule is ongevoerd gelaten.

De rand is gevuld met rankwerk in diepe, ronde golvingen met beurtelings aan lage en hoge kant ontspringende zijtakken die zich sierlijk binnenwaarts buigen. De ranken zijn voorzien van kelkachtige blaadjes en beurtelings ontspringen er margrieten en toefjes vergeetmijnietjes aan. Spiralen vormen speels krullende uiteinden.