Donkerbruine wollen capixay

Een zwart wollen jongensoverjas (vergelijk mannenjas nr. 268), bestaande uit een pand en twee korte ingezette mouwen. De mouwen en de zijnaden zijn niet helemaal dichtgestikt. De V-hals, de mouwen en de onderkant voor zijn versierd met rood, geel, blauw en wit stiksel. De achterkant is afgewerkt als franje. Het is door een kind van Manuel Juan uit San Pedro Solomá gedragen, maar gekocht in Chiantla voor Q 3,-. San Pedro Solomá bevindt zich in het departement van Huehuetenango. In 2007 telde San Pedro Solomá een bevolkingsaantal van 43,980 inwoners, waarvan 42,530 tot de Q'anjob'al cultuur behoren. De naam Solomá is afkomstig van de naam Zolomizah, wat 'onrust' betekent. De plaats Solomá kent haar oorspong in de prekoloniale tijd. In 1540 werd Solomá toegekend aan de Spanjaard Francisco de la Cueva. In het jaar 1.559 zijn nog andere drie dorpen aan Solomá toegevoegd omdat deze plaatsen zeer dun bevolkt waren. Tegenwoordig houdt 90% van de bevolking van Solomá zich bezig met de landbouw. Ook is veeteelt een bron van inkomsten. Verder wordt er in Solomá textiel geproduceerd voor eigen gebruik.