Gebedssteendoekje. Geborduurde doek met in het midden geometrische figuren. Aan de bovenkant staat een moskeemotief. In de hoeken staan ster/bloemmotieven. Het centrum van de doek bestaat uit vier...
Gebedssteendoekje. Geborduurde doek met in het midden geometrische figuren. Aan de bovenkant staat een moskeemotief. In de hoeken staan ster/bloemmotieven. Het centrum van de doek bestaat uit vier vlakken met geometrische figuren; de motiefjes, reeksen driehoekjes, lopen in het 1e en 3e vlak schuin naar onder, en in het 2e en 4e vlak schuin naar boven (van links naar rechts). Boven deze vier vlakken staat een afbeelding van een driehoek (vergelijkbaar met het centrale motief van doek RV-5183-36, vermoedelijk een moskeeafbeelding. Binnen en naast de geborduurde driehoek staan afbeeldingen van minaretten. Binnen de driehoek staan o.a. ook nog handafbeeldingen, er naast staan vork-achtige figuren, vermoedelijk arm-afbeeldingen (zie ook onder 'opmerkingen'). In de vier hoeken staan ster/bloemmotieven. Aan de uiteinden van de bloembladeren/punten van de sterren zijn vorkachtige motiefjes geborduurd. Aan de zijkanten en aan de onderkant, tussen de ster/ bloemmotieven staan geometrische motiefjes opgebouwd uit driehoekjes. Op een enkel motiefje na ziet de voorkant van de doek er hetzelfde uit als de achterkant.
De bidsteendoekjes dienen om de door sjiieten gebruikte bidsteen (mohr of turba) in te bewaren. De bidstenen bestaat uit gebakken klei uit Kerbela. De bidstenen bewaart men gewikkeld in de bidsteendoekjes in huis of op het lichaam. Bij het bidden legt men de bidsteendoek op het gebedskleed. Gebedsdoek en -steen liggen zodanig op het gebedskleed dat men tijdens het gebed, bij het voorover buigen, de steen met het voorhoofd aanraakt. De doeken mogen door ieder rein persoon gebruikt worden. De doeken behoren tot de gewijde voorwerpen; als ze versleten zijn begraaft men ze, zodat ze niet met de voeten aangeraakt kunnen worden. De doeken mogen noch verkocht worden noch enig ander doel dienen. Toch gebruiken enkelen de doeken als wanddecoratie of kussensloop (Janata & Jawad 1983: 172-173).
Vervaardiging
De doek is van katoen en het garen waarmee is geborduurd is vermoedelijk glanskatoen. De katoenen doek is machinaal vervaardigd, hetzelfde geldt vermoedelijk voor het garen. De doeken worden door vrouwen en meisjes geborduurd. Volgens de literatuur vereist het borduren van de motieven buitengewone handvaardigheid (Janata & Jawad 1983: 173). Het is moeilijk vast te stellen uit wat voor steken het borduurwerk bestaat. De vermoedelijk gebruikte steken zijn platsteken (o.a. voor vlakvullingen), stiksteken (zowel voor vlakvullingen als voor de zoom) en rijgsteken (holbeinmotieven).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie