Doek

Blauw-paarse lap met wit uitsparingsmotief (M6-46). Op een overwegend blauwe achtergrond lopen witte lijnen, die een hoek van 45 graden met de zijden van de lap vormen. De damast die voor deze "lapa" (zie M6-48) is gebruikt is dubbel breed, waardoor de lapa geen naad heeft, wat de kwaliteit ten goede komt. Damast heeft van zichzelf al een ingeweven patroon, in dit geval een rechthoekig blokje. Daardoor heeft de lapa eigenlijk twee patronen: één ingeweven, één geverfd. De meeste Sierra Leonezen vinden dit juist mooi en vele Europeanen juist niet. Sierra Leonezen waarderen damast ook om haar kwaliteit; het is een sterke, dikke katoen en de lapa zal dus niet snel slijten. De lap is hetzelfde geknoopt en geverfd als 5212-2. Ze zijn tegelijkertijd gemaakt om verschillen te voorkomen. Mrs. Kamara ( Wahlman 1974, hfdst. 1 en Reinhardt 1976) heeft deze lappen begin 1982 geverfd. Het patroon Skwaya Susu (zie M6-47) is geknoopt door Alpha. Eerst heeft Alpha de lappen dubbel gevouwen. Toen heeft hij met een stukje houtskool aangegeven waar het patroon moest komen. Op de aangegeven lijnen heeft hij met een naald een draad met regelmatige, gelijke steekjes door de stof geregen. Toen heeft hij de draad stevig aangetrokken en vast gezet. Nadat hij alle lijnen op deze manier had afgebonden, heeft Mrs. Kamara de lappen geverfd met synthetische verf. Deze verf moet in heet water opgelost worden met caustische soda en sodiumhydrosulfiet. De verf is niet alleen heet, maar bijt ook vanwege de soda. Ze heeft de verf met een bezem opgebracht (zie M6-46).