ICE COLD, A Hip-Hop Jewelry History ziet er prachtig uit. Stoer, zwaar en groot van formaat in velerlei opzichten. Het boek heeft een rug met de textuur van een reptielenhuid in zilver.
Op de cover de borstkas van een Zwarte man. Met de pinken van zijn twee royaal beringde handen houdt hij een bescheiden halssieraad met hanger met daarop de naam van de uitgever omhoog TASCHEN. Iets daarboven in groter formaat een ander halssieraad met in roze diamanten de titel van de publicatie: ICE COLD vervaardigd door Avianne & Co. En dan is pas een klein deel van de sieraden benoemd. Briljant gevonden.
Niet alleen de kaft is ijzersterk, ook de schutbladen knallen je tegemoet, het zijn schatten als uit kinderboeken en stripverhalen; zelden zijn zo veel diamanten en goud bij elkaar te zien. Wat een weelde, om eindeloos naar te turen: horloges, een bril, een portret van Frida Kahlo, Christus, een astronaut, clips, kettingen en nog zo veel meer. Het is groots, onbescheiden, in your face en het is een feest, net als alle foto's die volgen. Een foto uit de jaren tachtig met Run DMC, uitgerust in zwarte trainingspakken van Adidas siert de achterzijde van de kaft. De Eiffeltoren op de achtergrond. De vormgeving was in handen van Andy Disl: What A Great Job He Did.
Met deze uitgave van TASCHEN schurkt Hiphop cultuur nog dichter tegen mainstream. Logisch: Zwarte cultuur ís cultuur. Mainstream trouwens ook. Maakt niet uit wat je ervan vindt. Punt. Veel te lang is Zwarte cultuur afgedaan als primitief. En niet alleen dat: ook is Zwarte cultuur ongegeneerd gestolen, in allerlei vormen en zonder bronvermelding. Heel verfrissend dus om nu eens een buitengewoon kloek monument voor Zwarte cultuur in handen te hebben. Broodnodig ook. De Zwarte oorsprong van hiphop is in dit boek niet te missen. En de sieraden zijn dat evenmin: de publicatie biedt een doorwrocht stuk stormachtige recente (Amerikaanse) geschiedenis. Rijk geïllustreerd bovendien.
Voordat de essays beginnen wordt de lezer al getrakteerd op verschillende fotoportretten. Ze zijn paginagroot: een slag groter zelfs dan A4. De sieraden zijn dus goed te zien, of het nu om nagels gaat, grillz of oorsieraden, ringen, halssieraden, horloges of armbanden. Het boek weegt een paar kilo's en staat bol van (historisch) fotomateriaal. Vergeleken met andere publicaties over sieraden is het opvallend dat de afgebeelde sieraden allemaal worden gedragen. Bij uitzondering staat alleen een sieraad afgebeeld. Mooi, want sieraden zijn niet gemaakt om geïsoleerd te worden bekeken. Sieraden zijn bedoeld om (een boodschap uit) te dragen. Dit boek toont bij uitstek hoe sieraden en identiteit samengaan.
Niet álles aan het boek is royaal overigens, de letters (wit op zwart en soms andersom) hadden wat groter gemogen voor het leescomfort. Maar goed, het gaat hier meer om het kijken dan om het lezen, al zijn de teksten van Vikki Tobak de moeite van het lezen meer dan waard. Nefertiti duikt regelmatig op als beeldelement maar ook Christus met doornenkroon, tekenfilmfiguren als Bart Simpson, het Vrijheidsbeeld, pistolen, kronen, sterren, astronauten, tanks en het logo van Mercedes Benz worden bij herhaling verbeeld in de sieraden in dit boek. Mr. T komt voorbij, maar ook Eminem: hij kreeg een dookie rope (halssieraad) van LL Cool J.
De Brits-Amerikaanse Slick Rick (Richard Martin Lloyd Walters, 1965) schreef het voorwoord, dat uiteraard ook ruim is voorzien van foto's. I've been telling stories through my attire and adornments for as long as I've been telling them with beats and rhymes. Please overstand [sic] that jewels are my thing and, as far as I'm concerned, every piece in my collection is attached to a fun story and deserves its own Wikipedia entry. Waarom zou ik er nog iets over zeggen als een citaat volstaat. Nog een: Jewelry speaks silently but screams personality. Ik heb er niets aan toe te voegen: zoals een sieraad, spreekt dit voor zich.
Na Slick Rick vertelt A$AP Ferg zijn verhaal over zijn band met sieraden. Dan volgt een introductie door journalist en conservator Vikki Tobak, die de ontwikkeling van de hiphopscene van binnenuit meemaakte. Afkomstig uit Kazachstan belandde zij als vijfjarige eind jaren zeventig in Detroit, waar ze met de nek werd aangekeken door witte klasgenoten, maar warm werd onthaald door de Zwarte gemeenschap. Als tiener verhuisde ze met haar ouders naar New York en daar ging ze aan het werk voor Payday Records en raakte vertrouwd met de muziekwereld. Ze beschrijft parallellen tussen het Afrika van meer dan twee millennia terug en het hedendaagse Amerika waarin chain snatching bepaalt wie de baas is in de buurt.
De stijl van sieraden onder rappers is afgeleid van de sieraden gedragen door drugsdealers en pooiers uit de buurt. Ook werd goed gekeken naar koninklijke sieraden en naar sieraden van sterren als Elizabeth Taylor (1932-2011) en Liberace (1919-1987) waarbij geldt: groter is beter. De sieraden in dit boek zijn vrijwel allemaal op bestelling ontworpen. Denk bijvoorbeeld aan viervingerringen van goud (en diamanten) met in op afstand leesbare letters Billionaire boys club of Louis Eric Barrier. In het boek wordt ook aandacht besteed aan de misogyne en dodelijke kanten van de dealers en de pimps. Vele artiesten vonden de dood door drugs of geweld.
Gelijktijdig met de opkomst en de ontwikkeling van hiphop werden in Amerika nieuwe wetten ingevoerd die de Zwarte gemeenschappen opnieuw op grote schaal benadelen. Burgerrechtenactivist en schrijver Michelle Alexander (1967) beschrijft de nieuwe wetgeving als The New Jim Crow. Handhaving van de wetten, denk ook aan de War on drugs, had massincarceration tot gevolg. Nogmaals wordt de Zwarte bevolking onevenredig hard getroffen.
Het is trouwens niet alleen goud of ice (diamanten) wat er blinkt op de lichamen van de rappers: er zijn ook artiesten die zich onderscheid(d)en met sieraden van leer en kralen, waaronder Queen Latifah, Public Enemy, Brand Nubian, A Tribe Called West en De La Soul. Na een introductie over de context van hiphopsieraden volgen nog vier hoofdstukken. Vanaf de jaren tachtig tot nu wordt elk decennium afzonderlijk behandeld. Aanvankelijk is het vooral een mannenaangelegenheid, maar in de loop van de vier decennia neemt het aantal afgebeelde vrouwen toe.
Het hoofdstuk over de tachtiger jaren bestaat net als de daaropvolgende hoofdstukken uit een ruime hoeveelheid foto's met bijschriften. Naamplaatjes werden veel gedragen, net als stopwatches. Overigens worden naamplaatjes niet alleen om de hals gedragen, maar ook om de vinger(s), op de hand, in de oren of als ceintuurgesp. Vaak zijn ze van goud, soms iced: bezet met diamanten. Identiteit en individualiteit worden gevierd met deze sieraden. Dookie ropes hangen om de nek van menig rapper.
De jaren negentig gaan vergezeld van een essay, wederom van de hand van Tobak. Ze beschrijft hoe hiphop in het laatste decennium van de twintigste eeuw evolueerde tot een verdienmodel en ook hoe de sieraden business eromheen professionaliseerde. "Gewoon" goud werd verruild voor platina, witgoud en diamanten. De meeste sieraden werden in opdracht gemaakt. Geen wonder natuurlijk: als er zo veel geld wordt neer geteld voor een sieraad moet het op je lijf geschreven en uniek zijn. Wereldberoemde juweliershuizen lieten deze nieuwe groep succesvolle muzikanten links liggen. De meeste mensen die de snel groeiende vraag naar bling bedienden met hun ontwerpen en ateliers waren afkomstig uit Caribisch gebied, de (voormalige) Sovjet-Unie of andere delen van Azië. Diamanthandelaren daarentegen kwamen meestal uit Antwerpen (België) als gevolg van de (aanloop naar) de Tweede Wereldoorlog en waren van Joodse komaf. In de jaren negentig duiken steeds meer mensen uit India op in de business: het land is immers een van de wereldcentra op het gebied van het mijnen en slijpen van stenen.
In 1998 werd de term Bling Bling gemunt op het album Chopper City in the Ghetto van de Cash Money Millionaires. Het begrip raakte alom bekend en belandde vijf jaar later (2003) in Oxford English Dictionary. Ondertussen werden de sieraden steeds groter van formaat. Platenmaatschappijen bonden hun artiesten en producers met bling. De Roc-A-Fella chain (à raison de $100.000,00), gemaakt in opdracht van platenlabel Roc-a-Fella Records door Jacob the Jeweler (Jacob & Co) werd met groot ceremonieel uitgereikt aan een selecte groep artiesten. Het label Ruff Ryders gaf hangers met een R met diamanten uitgevoerd door Jacob & Co aan onder anderen Drag-On en Eve. Death Row Records voerde een macaber logo met een gevangene op een elektrische stoel. Tupac Shakur (1971-1996) droeg zijn zelf ontworpen hanger met het logo van zijn eigen label Euphanasia toen hij voor het laatst werd beschoten en een paar dagen later aan de gevolgen daarvan overleed.
Hiphopcultuur beperkte zich niet tot New York. De regionale verschillen in de Verenigde Staten zijn groot en verdienen afzonderlijke aandacht. Dat gebeurt in het hoofdstuk over het eerste decennium van het derde millennium. Ook is er aandacht voor een ander door hiphopartiesten nieuw leven ingeblazen fenomeen: het gebruik van rijk versierde kelken om uit te drinken. Pimp Bishop Don "Magic" Juan (1950) had er een van de hand van Debbie the Glass Lady en rapper Snoop Dogg (1971) is gezien met verschillende exemplaren. Jacob & Co maakte voor Pharrell Williams (1973) een Rubiks kubus en dobbelstenen bezet met diamanten.
Zwarte cultuur laat zich niet langer marginaliseren en heeft met rap en bling onmiskenbaar een eigen plek opgeëist. De tijd van voor de Zwarte gemeenschap onbereikbare luxe van goud en diamanten is daarmee voorbij. De nieuwe weelde wordt breed uitgedragen. Zwarte mensen werken steeds vaker voor de grote luxemerken, voorheen ondoordringbare witte bolwerken. Zo werd Pharrell Williams creatief directeur bij Louis Vuitton.
Sieraden worden ook ingezet om maatschappelijk thema's aan te kaarten. De New Yorkse kunstenaar Azikiwe Mohammed (1982) maakte in 2016 het werk Unarmed. Op een rood bord, als bij een juwelier, zijn 39 naamplaatjes te zien van ongewapende Zwarte mensen die in 2016 door de politie zijn vermoord.
Bling wordt niet alleen gedragen door rappers, maar ook door bijvoorbeeld de sporters Allen Iverson (1975) en LeBron James (1984). Platenlabels zoals Quality Control geven hun muzikanten hangers met het logo van het label. Coach K. van QC vertelt dat hij de eerste in zijn familie is die uit de armoede is gebroken: ...the South, where slavery was born in this country, we went from steel chains to diamond chains. Ook benoemt hij een pijnlijk verschil tussen rappers en sterren als Liberace en Elizabeth Taylor. Taylor noch Liberace werd ooit gevraagd waar het geld voor de juwelen vandaan kwam.
Eindelijk worden ook Zwarte sieraadontwerpers en Zwarte juweliers actief en langzaamaan verschijnen er meer vrouwen op het sieradentoneel. Sieraden zijn het afgelopen decennium kleurrijker geworden. Werden eerst vooral kleurloze diamanten verwerkt, nu worden ze, nadat Pharrell Williams de trend zette toegepast in vrijwel alle kleuren van de regenboog.
Een van de laatste spreads in het finale hoofdstuk toont Rihanna, met onder meer een oorsieraad van de sieraadontwerper Lynn Ban. Daarna volgt nog een gesprek met twee producers over de betekenis die zij toekennen aan sieraden. En yes: een index aan het eind: nóg een kwaliteitskenmerk. Anders dan vrijwel alle andere literatuur over sieraden laat dit boek de relatie tussen sieraad en drager zien. Er is wat in te halen wat betreft literatuur over Zwarte (populaire) cultuur. Dit is een ferme stap in die richting. Nergens is het boek bescheiden: net als de sieraden is het boek groots.
A$AP Ferg, Lee, K., LL COOL J, Slick Rick, Thomas, P. en Tobak, V. (2022) ICE COLD, A Hip-Hop Jewelry History. Keulen: TASCHEN. ISBN 9783836584975
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie