Panterprint, de een vindt het misschien een tikkie ordinair, de ander juist reuze modieus. Zelf ben ik er zeker niet vies van en in het verleden was men dat ook niet. Zo was panterprint in de 18e eeuw al zeer trendy.
Dat panterprint, ook wel luipaardprint, al in de 18e eeuw gedragen werd, hangt samen met de interesse voor alles wat als ‘exotisch’ werd gezien. Al in de vroegmoderne periode breidde het wereldwijde handelsnetwerk zich uit en al snel gold dat wat van ver kwam goed was.
Goederen uit het buitenland hadden een zekere luxe status. Dat gold bijvoorbeeld voor specerijen, gebruiksvoorwerpen, maar natuurlijk ook zeker voor mode-items. Zo werden vanuit verschillende Afrikaanse landen luipaardhuiden geïmporteerd. Nederland importeerde zulke huiden bijvoorbeeld uit Benin, maar de huiden werden ook uit landen als Senegal en Guinee geïmporteerd.[i]
De huiden werden in het Afrikaanse continent al eeuwenlang gebruikt voor van alles: van kledij tot paardrijduitrusting. Hoewel de huiden in Afrika dus zeer gewild waren, zagen de Europeanen ook nadelen: de huiden waren zwaar en nauwelijks warm en dus niet erg geschikt om te gebruiken voor (warme) kleding. Toch werden de huiden geëxporteerd naar Europa. De huiden waren daar zeldzaam en werden dus tegen hoge prijzen verkocht.[ii]
Dat mode zeker niet altijd nut hoeft te hebben, blijkt maar weer uit dat de onhandige huiden toch een weg naar de mode vonden. Ze werden gebruikt om moffen van te maken maar ook om kleding mee te versieren. Er kwamen zelfs alternatieven op de zware huiden; al gauw werden er stoffen gemaakt die de ‘print’ van de luipaarden imiteerden. De trend was zeker niet uitsluitend voor vrouwen, ook mannen droegen stoffen met luipaardprint of kleding die afgezet was met echte luipaardhuid.[iii]
Niet alleen in de mode was deze print populair. Ook voor theaterkostuums werden stoffen met luipaardprint en luipaardhuiden gebruikt. Zo wordt in een encyclopedie uit 1790 beschreven dat de stoffen en huiden gebruikt werden om de kleding van ‘de wilden’ mee te imiteren. De kostuums verbeeldden dus niet per se de kledij van een specifieke groep, maar toonde een raciaal stereotype dat werd verwoord als een ‘algemeen idee wat volkeren die een simpeler leven leiden’ droegen. Bovendien vonden ze de stoffen ‘een lust voor het oog’.[iv]
Hoewel bekend is dat Nederland de huiden importeerde is er in Nederland voor zover bekend geen kledij met ofwel luipaardhuid of luipaarddesign uit deze tijd overgebleven. Japonnen met luipaardprint die de tand des tijds wel hebben doorstaan zijn onder andere te vinden in het MET Museum en The Museum at the FIT. Onderstaand rokjas bevindt zich in de collectie van het V&A.
[i] Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, 1751-1765 https://catalogue.bnf.fr/ark:/12148/cb35153871q p. 204.
Manuel historique, géographique et politique des négocians, ou Encyclopédie portative de la théorie et de la pratique du commerce..., 1762, https://catalogue.bnf.fr/ark:/12148/cb310490622 p. 157
[ii] Manufactures, arts et métiers [Texte imprimé] / par M. Roland de La Platière,... 1790, https://catalogue.bnf.fr/ark:/12148/cb312375801 p. 743.
[iii] Manufactures, arts et métiers [Texte imprimé] / par M. Roland de La Platière,... 1790, https://catalogue.bnf.fr/ark:/12148/cb312375801 p. 597
[iv] Manufactures, arts et métiers [Texte imprimé] / par M. Roland de La Platière,... 1790, https://catalogue.bnf.fr/ark:/12148/cb312375801 p. 597
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie