Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
De Nederlandse kunstenares Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht (1912-2013) maakte schilderijen en glaswerk, maar het kan gezegd worden dat zij meer faam verwierf met het kunstwerk dat haar leven genoemd kan worden. Hoewel kleding ogenschijnlijk geen centrale rol in haar leven innam, hield zij haar garderobe uiterst zorgvuldig bij door middel van notities.
Deze inventaris bleef over na haar overlijden. Renée Turner bracht twee en een half jaar door met alle kleding, foto’s en aantekeningen van de kunstenares in een zoektocht naar mogelijkheden om een dergelijk nalatenschap vast te leggen en online te presenteren.
In 1940 verhuisde Gisèle naar Herengracht 401, nu een stichting. Sinds 2008 wordt er met kunstenaars, wetenschappers en denkers samengewerkt om het verleden, heden en toekomst van het pand te onderzoeken, behouden en presenteren. Eén van die initiatieven is het project van Renée Turner, ‘The Warp and Weft of Memory’. Modemuze ging met haar in gesprek over haar motivatie om Gisèle’s kledingkast te onderzoeken, wat voor vrouw Gisèle was, Renée’s werkwijze, het online presenteren van kleding en de keuzes die ze binnen haar onderzoek heeft moeten maken.
Het was niet Gisèle’s intentie om haar kledingkast na te laten (in de vorm van een digitaal archief). Desondanks had ze een speciale, eigen, manier van het ordenen van haar kleding. Zo vond Renée een envelop met daarin een inventaris van haar garderobe. Gisèle hield bij wat niet meer paste, wat gerepareerd moest worden en wat waar bewaard was. Deze inventaris ontstond waarschijnlijk vanuit praktisch oogpunt om alles bij te houden terwijl ze van Amsterdam naar Paros reisde. Daarnaast waren de aantekeningen ook een hulpmiddel op het moment dat Gisèle ouder werd en haar geheugen minder scherp was.
Vanwege Gisèle’s leeftijd heeft ze veel verschillende ontwikkelingen en modestijlen meegemaakt en gedragen. Aan het begin van haar leven droeg ze korsetten, in de jaren 50 A-lijn rokken, bh-loze kaftans in de jaren 70 en wollen vesten op oudere leeftijd. Ze heeft tijden van weelde en van schaarste gekend. Als kind van een Oostenrijkse barones en Nederlandse geoloog reisde ze veelvuldig, maar maakte ze later ook de Tweede Wereldoorlog mee. Gisèle’s leeftijd, 100, is iets wat Renée fascineerde en aanleiding vormde om haar kledingkast te onderzoeken.
Gisèle’s kledingkast is niet alleen een reflectie van haar leeftijd, maar ook van wat voor soort vrouw ze was: een kunstenaar en onconventioneel. Ondanks de enkele Dick Holthausjurken was Gisèle volgens Renée geen mode-icoon. Er zijn maar weinig foto’s van haar in de Holthausjurken. Die zouden meer aanwezig kunnen zijn als ze als vrouw uit de hogere kringen onthouden wilde worden, aldus Renée.
In plaats daarvan wilde Gisèle als kunstenares herinnerd worden. Dat blijkt uit de vele zelfportretten die ze schilderde, maar ook uit de foto’s die ze van zichzelf maakte wanneer ze aan het werk was. Zo komt de kiel die ze in haar studio droeg op verschillende foto’s door de jaren heen terug. Gisèle’s kiel is geen typische kunstenaarskiel, maar een traditioneel kledingstuk dat door Griekse mannen wordt gedragen, waarschijnlijk gekocht toen ze in Griekenland woonde.
Het kledingstuk is nog altijd in perfecte conditie en lijkt te wachten op Gisèle’s terugkomst. Toen Renée door het fotoarchief van Gisèle ging, kwam het stuk en de geschiedenis ervan tot leven. Wanneer je alle foto’s achter elkaar legt kan je niet anders dan concluderen dat de kiel een hoofdrol in haar leven had en daarmee veel vertelt over wat voor soort vrouw ze was.
Vanaf het begin wist Renée dat ze een digitaal archief van Gisèle’s kledingkast wilde maken. Dat resulteerde in het individueel fotograferen van elk kledingstuk uit Gisèle’s overvolle kast. Eén van de grootste uitdagingen binnen het project vormde het overbrengen van een gevoel voor materialiteit in het digitale archief.
Textiel dreigt al snel zijn vorm en tactiliteit te verliezen wanneer het op beeld wordt vastgelegd en daarna alleen via een scherm kan worden bekeken. Daarom heeft Renée ervoor gekozen om tevens met video te werken. Door het hanteren en vouwen van sommige kledingstukken te documenteren krijgt de kijker een idee van het gewicht, kwaliteit en geluid van de kleding.
De materialiteit van de kledingstukken en het verhaal dat ze over iemands leven vertellen, heeft met name Renées interesse. Volgens haar zegt kleding iets over onze smaak, klasse, werk, de reizen die we hebben gemaakt en de tijd waarin we hebben geleefd. De kledingstukken dragen intieme herinneringen van ons lichaam mee. Denk bijvoorbeeld aan een leren handschoen waarin de kreukels achterblijven van veelvuldig dragen. Of schoenen die op een bepaalde manier gedragen zijn waaruit iemands houding blijkt.
In haar onderzoek heeft Renée geschriften, foto- en videografie en illustraties met Gisèle’s kleding met elkaar in relatie gebracht. Die relatie tussen alle bronnen biedt verschillende ingangen en manieren van kijken en begrijpen.
Renée is geen (mode)historicus, maar zelf ook kunstenares. Vanwege haar achtergrond was ze tijdens haar onderzoek er niet op uit om feiten te achterhalen. Ze wilde juist (de staat van) de kleding het verhaal laten vertellen. Daarnaast stond Gisèle’s kledingkast nog niet als museale collectie geregistreerd. Dit gaf Renée de vrijheid om te onderzoeken hoe zij het verhaal van Gisèle wilde vertellen door middel van haar kledingkast.
‘The Notes’ en ‘Epistolary’ geven Renée de ruimte om te speculeren over wat ze ziet zonder dat dit met feiten ondersteund hoeft te worden. De aantekeningen en brieven hebben de toon van een dagboek en gaan over wat ze tegenkomt in het onderzoek. Bovenaan iedere aantekening (hoofdstuk) in ‘The Notes’ staat een illustratie van Cesare Davolio. Deze zijn bedoeld om een suggestie te geven van de inhoud van ieder hoofdstuk.
De ‘Semantic Tapestry’ gebruikt een soort systeem van labels waardoor stukken in groepen worden verdeeld. Voorbeelden van deze labels zijn ‘colour’, ‘condition’, ‘creatures’, ‘event’ en ‘material’. Hierdoor worden relaties tussen foto’s, schilderijen en kledingstukken gelegd die Renée niet zonder deze digitale mogelijkheden had ontdekt.
Afgelopen voorjaar kwam het verleden van de stichting die Gisèle samen met Wolfgang Frommel oprichtte op een minder positieve manier in het nieuws. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam ze samen met de Duitse dichter Wolfgang Frommel (1902-1986) onderduikers in huis. De onderduikgemeenschap veranderde na de oorlog in een woongemeenschap voor kunstenaars waarvan we nu weten dat er in de vriendenkring rond Wolfgang Frommel misbruik plaatsvond.
Renée zegt hierover dat het belangrijk is dat het misbruik aan het licht is gekomen, maar dat het eveneens belangrijk is om te erkennen dat Frommel en Gisèle niet hetzelfde waren. De onderzoekscommissie heeft dit in haar ondervinden ook onderstreept. In het boek van Annet Mooij, De eeuw van Gisèle (2018), wordt de dynamiek van Frommel’s gemeenschap en de verschillen tussen hem en Gisèle uitgelegd. De recente ontdekkingen laten zien hoe complex de geschiedenis is en dat onderzoek nooit stilstaat. Volgens Renée blijft onderzoek en reflectie essentieel om te leren van de geschiedenis. Het onderzoek van de stichting richt zich daarom niet alleen op het verleden, maar ook op het heden en de toekomst.
Voor meer informatie over de stichting H401 klik hier.
Voor meer informatie over The Warp and Weft of Memory klik hier.
Voor meer informatie over Renée Turner klik hier.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Een mooi informatief verhaal over de website en het 'onderzoek' naar de garderobe van Gisèle d'Ailly. Maar wel erg mild. Had er maar iemand met kennis van kleding naar deze schat gekeken, en echt onderzoek (zonder aanhalingstekens) gedaan... Kan het alsnog gebeuren? Zijn alle kleren nog in het huis? Hier een link naar mijn teleurgestelde ilog: https://ileenmontijn.nl/ilog/giseles-garderobe/
Misschien is het goed eraan te herinneren dat Gisèle wist van het misbruik, het de ruimte gaf en het de facto financierde. Van de geschiedenis kun je alleen leren als je de geschiedenis, de hele geschiedenis wilt kennen.
Dat is zeker waar, mijnheer Ligtvoet. Mij gaat het echter om een ander soort geschiedenis, die ook belangrijk is: een schat aan kleren, 'erfgoed' welbeschouwd, die het waard is te worden onderzocht door een specialist(e) op dat terrein. Met het 'onderzoek' door Renée Turner is dat absoluut niet gebeurd, hoe aardig het ook is om zomaar wat door haar website te bladeren.
Ik vond uw blogpost erg duidelijk en goed en reageerde op de laatste alinea van het stuk hier, waar ik zo mijn gedachten bij had.
O, dat had ik niet begrepen. Excuses en dank!
Die laatste alinea bestaat namelijk uit kletspraat. Turner kijkt net zo weg als Gisèle deed en verstopt zich achter clichés. Ik ben er bovendien van overtuigd dat ook in die kledingcollectie van alles te vinden is dat naar Gisèle's duistere geschiedenis verwijst.