Glamourous en onconventioneel: de levenslust, de kleuren en het optimisme in de sieraden uit de collectie van de Amerikaanse Kimberly Klosterman stralen je tegemoet. Als gevolg van de coronacrisis hebben velen de tentoonstelling van deze verzameling in DIVA (Antwerpen) moeten missen. Gelukkig volgen nog twee herkansingen: in het Schmuckmuseum Pforzheim en het Cincinnati Art Museum, én er is het prachtige boek, dat de reizende expositie vergezelt en hier wordt besproken.
Simply brilliant, artist-jewelers of the 1960s and 1970s is een boek waarin werk van sieraadontwerpers uit de jaren zestig en zeventig uit de collectie van Kimberly Klosterman staat beschreven en afgebeeld. Het boek begeleidt de gelijknamige reizende tentoonstelling.
Ter voorbereiding op het boek en de tentoonstellingen bezochten conservator van het Cincinnati Art Museum Cynthia Amnéus en verzamelaar en handelaar Kimberly Klosterman verschillende betrokken kunstenaars of hun familieleden en nazaten. Zo spraken ze Françoise en Gilbert Albert, Marie Boltenstern, Alessandro del Cadio, John Donald, Gerda Flöckinger, Ruggiero Grassi, Francesca en Jojo Grima (Andrew Grima), Dominic en Roger Lucas, Marvin Meit, Lisa Sotilis, David Thomas, Cesare de Vecchi en Thierry Vendôme (Jean Vendôme).
De sieraden in het boek zijn groter dan in het echt weergegeven. Dat geeft een mooi beeld van details die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. Merkwaardig is de afbeelding op pagina 11: erop staan een ring, een armband en een ceintuur/halssieraad. De armband en de ring zijn binnen de omtrek van de ceintuur "geshopt".
De verhoudingen zijn vreemd en lijken niet te kloppen: dat stoort. Een pagina verder (p. 12) ontbreekt bij de afbeelding het bijschrift, net als op de eerste pagina's 17, 20, 34, 44, 54 en 62 van de verschillende hoofdstukken. Jammer, want als lezer wil je toch graag weten wat je ziet. Later in de catalogus worden dezelfde sieraden gelukkig alsnog beschreven, maar waarom niet op beide plekken? Maak het de lezer makkelijk!
Cynthia Amnéus beschrijft in de inleiding dat vele sieraadontwerpers uit de jaren zestig van de twintigste eeuw in de collectie van Klosterman zich lieten inspireren door de Jugendstil. Diverse ruwe texturen en asymmetrie zijn vaak voorkomende beeldelementen in hun werk. Tegelijkertijd werd er volop geëxperimenteerd met nieuwe technieken, waaronder andere wijzen van gieten. In het daarop volgende decennium, de jaren zeventig, werden de oppervlakken van de sieraden weer gladder en de vormen geometrischer.
Dan volgt een essay van de hand van Rosemary Ransome Wallis over het belang van de in 1961 door Graham Hughes gecureerde tentoonstelling International Exhibition of Modern Jewelry, 1890-1961 in Worshipful Company of Goldsmiths te Londen. Doel van de ondertussen wereldberoemde reizende tentoonstelling was het sieraadontwerpen in het Verenigd Koninkrijk nieuw leven in te blazen.
De expositie had inderdaad het effect van een katalysator en heeft vele jonge kunstenaars zoals Andrew Grima en John Donald op de kaart gezet.
Amanda Triossi beschrijft in het daaropvolgende hoofdstuk de wisselwerking tussen sieraadontwerpers en de grote juweliershuizen. Ze noemt daarbij onder meer het belang van de technische vaardigheden die de Romein Mario Masenza inzette om door hem benaderde kunstenaars hedendaagse sieraden te laten ontwerpen.
Andere grote juweliershuizen probeerden een jonger publiek te bereiken met sieraden met een ruwere, minder gladde uitstraling. Deze sieraden bleken goedkoper te vervaardigen, ook omdat de intrinsieke waarde ervan voor de kopers steeds minder belangrijk werd.
Sieraden in het licht van de mode worden vervolgens door Amnéus beschreven. In de jaren zestig ontstond steeds meer verzet tegen het knellende conformisme uit het voorgaande decennium, vooral onder jonge mensen. Diana Vreeland (1903-1989), hoofdredacteur van VOGUE, muntte in 1965 de term Youthquake om deze jeugdige recalcitrantie te beschrijven. Vrouwen wilden weg uit de uniformiteit en voorspelbaarheid van huishoudelijke werkzaamheden.
De naoorlogse New Look van Christian Dior (1905-1957) ging uit van gevestigde waarden. Mary Quant (1934) daarentegen was een van de eerste modeontwerpers die met een echt nieuwe stijl kwam. Op eenentwintigjarige leeftijd opende zij in 1955 haar winkel aan King's Road te Londen (Verenigd Koninkrijk). In haar kledingboetiek Bazaar bracht Quant mode die het leven mogelijk maakte, in plaats van het te beperken of te beknellen. Door economische groei kreeg de middenklasse steeds meer te besteden en werd zo een interessante markt voor zowel modeontwerpers als sieraadontwerpers.
Verder wordt beschreven hoe de jet set graag sieraden kocht om mee te kunnen reizen. De soms meervoudig bruikbare sieraden (à double usage) uit de zestiger en zeventiger jaren waren daarvoor vanwege het gebruik van niet alleen maar de kostbaarste materialen uitermate geschikt.
Als laatste hoofdstuk vóór de catalogus treft de lezer een gesprek tussen Kimberly Klosterman en Ruth Peltason. Klosterman vertelt daarin dat de liefde voor sieraden er bij haar al vroeg in zat. Ook wordt uit de doeken gedaan hoe haar handel in sieraden is begonnen en legt Klosterman uit hoe artist-jewelers wereldwijd werden gepresenteerd door grote juweliershuizen en in winkels.
Daarbij kregen en creëerden de kunstenaars ook zelf veel publiciteit. Vooral Andrew Grima blonk daarin uit. Filmsterren, lieden van koninklijke huize en mensen uit de jet set tooiden zich graag met werk van deze nieuwe generatie sieraadontwerpers: artist-jewelers.
In het catalogusdeel worden de stukken uit de verzameling van Klosterman royaal afgebeeld. Erbij staan teksten die het leven van de betreffende kunstenaars beschrijven: interessante en prettig leesbare informatie. Ook wordt soms uitgelegd hoe een sieraad is vervaardigd of (hoe) welke beroemdheid het heeft gedragen, waar en wanneer.
Vrijwel geheel achterin het boek een overzicht van foto's met daarop sterk uitvergroot de signaturen en andere verantwoordelijkheidstekens op de sieraden uit de collectie van Klosterman, een waardevolle toevoeging voor de ware liefhebber en de expert. En nog een goede zaak: er is een index, fijn!
De twee voornoemde onderdelen maken deze publicatie over de collectie van Klosterman tot een onmisbaar naslagwerk voor een ieder die is geïnteresseerd in sieraden uitgevoerd in edele materialen uit de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Daarbij is het een buitengewoon aantrekkelijk vormgegeven en aangenaam leesbaar boek.
1961 - International Exhibition of Modern Jewelry, 1890-1961, Worshipful Company of Goldsmiths, Londen (Verenigd Koninkrijk) (26 oktober 1961 t/m 2 december 1961)
2020 - The Jeweller's Art - Revolutionaire juwelen uit de jaren 1960 & 1970, DIVA, Antwerpen (België) (30 oktober 2020 t/m 14 maart 2021)
2021 - Simply Brilliant: Artist-Jewelers of the 1960s and 1970s, Cincinnati Art Museum, Cincinnati (Ohio, Verenigde Staten) (22 oktober 2021 t/m 6 februari 2022)
2021 - Simply Brilliant: Artist-Jewelers of the 1960s and 1970s/Einfach brillant - Künstler-Juweliere der 1960er und 1970er Jahres, Schmuckmuseum Pforzheim, Pforzheim (Duitsland) (27 maart 2021 t/m 27 juni 2021)
Amnéus, C., MacPhàrlain, A., Peltason, R., Ransome Wallis, R. en Triossi, A. (2020) Simply brilliant, artist-jewelers of the 1960s and 1970s. Lewes: D Giles Limited. ISBN 9781911282525
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie