Een trui waarmee je een verhaal kan vertellen; persoonlijk en toch ook iets over de groep of levensfase waarin je zit. Met de 'Nederlandse visserstrui' als startpunt onderzoekt het project Keeping it Local de invloed van identiteit en lokale productie op de beleving en waardering van kledingstukken met als doel een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de mode-industrie.
Binnen het project ontwierpen drie groepen studenten hun eigen visserstrui als ‘college-sweater’. Het resultaat: drie totaal verschillende truien met een aantal opvallende overeenkomsten.
Van oudsher kennen studentenverenigingen -en clubs hun eigen kleding en kledingcodes waarmee ze hun lidmaatschap van een studentengemeenschap kunnen visualiseren. Zo kennen de veel gedragen hoodies en sweaters van joggingstof hun oorsprong in de gebreide truien die vanaf het einde van de 19de eeuw door atleten aan Amerikaanse universiteiten werden gedragen. Truien met op de borst in grote letters de naam van de Universiteit en op de mouwen cijfer- en streepcoderingen die verwijzen naar de prestaties van de desbetreffende atleet. Via de sportfans, studenten en alumni kwamen ze vervolgens in de mode terecht.
Het lectoraat Fashion Research en Technology is nauw verbonden aan en gevestigd in het gebouw van het Amsterdam Fashion Institute. Studenten van studievereniging The New Mode Collective (TNMC) en Dirty Laundry, een collectief dat zich inzet voor een duurzamere mode-industrie ontwierpen een trui voor hun leden en alle andere studenten verbonden aan Amfi. Het inmiddels ‘Amfi’ gedoopte model bestaat uit een combinatie van traditionele, nieuwe en computer-gegenereerde motieven.
Voor de basis kozen studenten voor een traditioneel vlaggetjespatroon dat communicatie symboliseert. In dit geval alleen niet tussen schepen maar tussen mensen, door middel van kleding. Vervolgens een nieuw patroon dat een meetlint symboliseert; iets waar alle studenten dagelijks gebruik van maken: echt meetlint, dan wel digitale ‘rulers’ die in de verschillende computerprogramma’s waar de studenten mee werken, de maten van hun werk aangeven. Vervolgens kozen de studenten een modern golfpatroon dat onderdeel uitmaakt van het TNMC logo en daarboven een wasmachine uit het logo van Dirty Laundry.
Het computergegenereerde paneel is een keten, opgebouwd uit een symbool dat staat voor verbondenheid: tussen de studenten op het Amfi, maar nog veel meer voor verbondenheid tussen mensen in de modeproductieketen. De missie van de studenten als toekomstige modeprofessionals is dan ook een steeds hechtere verbinding tussen mensen in de productieketen te bewerkstelligen. Want wie weet nog waar zijn kleding is geproduceerd en laat staan door wie dat is gedaan? Doordat het produceren van kleding een ‘ver-van-mijn-bedshow’ is, ontstaan er excessen zoals kinderarbeid, moderne slavernij en milieuvervuiling, zoals rivieren elders ter wereld die blauw kleuren omdat spijkerbroeken voor ons daar worden geverfd.
Voor de Amfi studenten bleek ook het gebouw een belangrijke factor in hun identiteit als student. Voor de mouwen werd het cassetteplafond als inspiratiebron gebruikt en op de rug is een cirkel te vinden die naar het ronde raam boven de ingang verwijst. Tot slot werd er nog een verwijzing naar Amsterdam in de trui verwerkt: drie andreaskruisen, maar nu boven de linker manchet van de trui. Als drie kleine knoopjes, maar momenteel ook een populaire plek voor een kleine tatoeage. Uitsluitend aan de linkerkant; hiermee verwijzen de studenten naar het idee dat creativiteit en linkshandigheid aan elkaar verbonden zijn.
Cultureel erfgoed en de rol hiervan in onze omgang met kleding, is een belangrijk thema in het onderzoeksproject, daarom werd ook een trui ontwikkeld in samenwerking met studenten Cultureel Erfgoed van de Reinwardt Academie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten). Studenten Cultureel Erfgoed kozen voor hun ontwerp vrijwel volledig voor traditionele patronen, maar geherinterpreteerd vanuit het nu.
Voor de mouwen kozen studenten het traditionele motief van bouwstenen, maar nu met de ‘verkeerde kant’ (averechte) naar buiten. Letterlijk het cultureel erfgoed vanuit een andere hoek bekeken. Als basislaag van het voor- en achterpand, kozen de studenten voor een combinatie van vier horizontale lagen die eb en vloed symboliseren, verwijzend naar de periode in het leven van studenten waarbij ze niet alleen worden klaargestoomd van student tot professional, maar zich ook ontwikkelen van tiener tot volwassene. Een proces dat zich niet lineair, maar in een golfbeweging voltrekt.
Ook voor Reinwardtstudenten speelt het gebouw waarin de opleiding is gevestigd een belangrijke rol in hun gevoel van verbondenheid. Het 19de-eeuwse monumentale gebouw in chaletstijl heeft boven de hoofdingang een typerend dakje, dat werd opgenomen in de trui. Dit is het enige eigentijdse patroon dat in dit ontwerp wordt gebruikt.
Erfgoed ‘ontstaat’ in een actief proces van betekenisgeving. Het ontwikkelen van inzicht in de manier waarop mensen, emoties en netwerken actief bijdragen aan erfgoedvorming werd door studenten in de vorm van een traditioneel ladderpatroon gevisualiseerd. Het computergegenereerde paneel visualiseert de verschuiving binnen het cultureel erfgoedbeheer. Een overgang van het traditionele patroon van de diamant naar het traditionele patroon van de levensboom. Het zwaartepunt verschuift van het beschermen (de diamant) van erfgoed, naar een focus op een dynamische en steeds veranderende omgang met erfgoed en het doorgeven van kennis (de levensboom).
De trui is op zichzelf een uiting van deze zo’n dynamische omgang met erfgoed: door zelf deel te nemen aan het productieproces maken de dragers kennis met cultureel erfgoed, waarvan zij vervolgens de relevantie en betekenis voor het heden/zichzelf vormgeven.
Ook studenten van HBO-ICT ontwierpen een eigen trui voor hun studentengemeenschap. Voor zowel de basis van het voor- en rugpand, als de mouwen wordt een traditioneel blokjespatroon gebruikt, dat binnen deze context verwijst naar pixels. Daarboven een band met een kettingpatroon. Deze verwijst naar het centrale idee achter de trui: volgens de studenten wordt ICT door leken vaak gezien als iets negatiefs, waarbij de computer het overneemt van de mens. ICTers zelf zien dat de menselijke factor juist noodzakelijk is. De ketting staat dan ook voor het vasthouden aan de menselijke factor, ook in de toekomst, waarbij kunstmatige intelligentie (ook wel AI genoemd) een steeds belangrijkere rol zal gaan spelen.
Vervolgens een band met de cijfers 1 en 0 - 01001001 01000011 01010100 00001101 00001010- dit is binaire code voor ICT. Een nieuw motief dat voor leden van deze gemeenschap direct te lezen is, maar voor buitenstaanders veelal niet. Het borstpaneel werd voor deze trui niet op basis van een algoritme door de computer gegenereerd, maar met behulp van een AI-programma. Omdat een pixelafbeelding grote overeenkomsten heeft met de digitale breipatronen, vroegen we het programma een bitmap in zwart/wit van een breipatroon voor een opleiding ICT te genereren. Hieruit kwam een pixelafbeelding die geen herkenbare afbeelding vormde. Een perfecte illustratie van de centrale gedachte achter de trui: terwijl er bij andere onderdelen een relatie was tussen beeld (patroon) en betekenis, was het door de computer gegenereerde beeld ‘nonsens’. Met andere woorden: zonder de bepalende factor mens, is de computer nergens. Tenslotte werden op het manchet van één van de mouwen de start- en eindtekens van veel computercodes verwerkt, namelijk </>.
Studenten kregen de vrije hand in het ontwerpproces. Wat ons in dit project het meest verbaasde, was dat hun truien qua uiterlijk zo dicht bij de traditionele visserstrui zijn gebleven. Het T-model en de kleur blauw was onze keuze, maar wij dachten niet dat ook de traditionele vlakverdeling en veel van de traditionele patronen behouden zouden blijven.
We hadden verwacht dat studenten met name interesse zouden hebben in de beeldtaal van de Amerikaanse universiteitstruien. In de workshops gebeurde er daarentegen steeds iets heel anders: wanneer we de één van onze voorbeeld truien erbij namen, deze koppelden aan het cultureel erfgoed en het verhaal van de bijbehorende gemeenschap vertellen, zijn de studenten het opvallend genoeg gelijk eens: hun trui moet dezelfde ‘look, feel and storytelling abilities hebben’ hebben, maar wel hun verhaal vertellen.
Het maken van de visserstruien is onderdeel van het onderzoeksproject Keepint it Local waarbij truien worden ontworpen voor en in samenwerking met lokale – in dit geval Amsterdamse – gemeenschappen: de enige Amsterdamse beroeps-Noordzeevisser Hendrik Kramer & bemanning, studenten cultureel erfgoed van de Reinwardt Academie, modestudenten van het AMFI en ICT-studenten van de Hogeschool van Amsterdam.
De truien zijn te koop via de University Store, Wibautstraat 3, 1091 GM Amsterdam. Geopend ma t/m vr 10:00 tot 17:00 uur
Keeping it Local is een onderzoeksproject van het lectoraat Fashion Research & Technology van de HvA wordt onderzoek gedaan naar het verduurzamen van de mode industrie. Dit blog is een bewerking van het artikel Visserstruien - Feitsma et al – in Kostuum 2023
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie